ALTENA – Het college van B&W heeft twee opvanglocaties aangewezen voor Oekraïense vluchtelingen. Het gaat om een gedeelte van het bedrijfspand van woningcorporatie Bazalt Wonen aan de Merwestraat/Lijnbaan in Werkendam en de voormalige slaapwinkel Swart in Rijswijk. Na het gereedmaken, dat enkele weken duurt, kunnen in Werkendam naar verwachting zestig en in Rijswijk dertig mensen worden opgevangen. Mogelijk komen hier op een later tijdstip nog andere locaties bij.
Door de grote toestroom hebben gemeenten de opdracht gekregen om opvangplekken te organiseren voor Oekraiense vluchtelingen. Altena wil en kan hier aan meewerken. ‘Wij volgen hierbij de lijn van de Rijksoverheid en investeren in grotere opvanglocaties waar meerdere mensen en gezinnen worden opgevangen. Het gaat om opvangplekken die geschikt zijn voor een verblijf van minimaal zes maanden. Daarom creeren we stabiele en veilige opvangplekken waar vluchtelingen zich welkom weten. Daarnaast inventariseren we het aanbod van particulieren en nemen wij met hen hierover contact op.’
Opvanglocaties
Een aantal intiatiefnemers heeft de gemeente aangegeven hun locatie beschikbaar te stellen voor opvang van vluchteingen uit Oekraine. Na overleg en onderzoek naar de mogelijkheden van de gebouwen heeft het college besloten deze twee genoemde locaties daarvoor in te richten. De locaties worden de komende weken in gereedheid gebracht. De werkzaamheden nemen, mede afhankelijk van de levering van materialen, enkele weken in beslag.
Maatschappelijke betrokkenheid
Burgemeester Egbert Lichtenberg: “Het is ontzettend mooi dat wij van de eigenaren van deze gebouwen het aanbod kregen deze twee locaties in te mogen zetten voor de opvang van vluchtelingen. Het getuigt van een enorme maatschappelijke betrokkenheid. Daar ben ik dankbaar voor. Ik weet dat wij in Altena in staat zijn om de vluchtelingen een warm welkom te geven en zich thuis te laten voelen in deze verschrikkelijke periode in hun leven. Dat kunnen wij als gemeente niet alleen, dat kunnen we alleen samen bereiken. Samen met maatschappelijke partners, maar vooral ook samen met inwoners. Ik ben ervan overtuigd dat wij erin zullen slagen deze mensen op een goede manier te ondersteunen.”