ALTENA – Ondernemers met een kapperswinkel in Altena hebben de politiek benaderd, alsook het college aangeschreven. In de brief staat dat kapperswinkels een ‘ongelijk speelveld’ zien ten opzichte van thuiskappers. Ook Progressief Altena (PA) kreeg de noodkreet. De fractie klom in de pen en brengt de zaak – extra – onder de aandacht van het college middels artikel 53-vragen.
In de brief aan de gemeenteraadsleden wordt betoogd dat er een ‘ongelijk speelveld’ is tussen kapperswinkels en de thuiskappers, kappers die zonder een winkel hun diensten aanbieden. De ongelijkheid tussen de ondernemers ontstaat door het verschil in investeringen in bijvoorbeeld winkelpanden, huisvesting, personeelsbeleid rond opleidingen enzovoorts.
Ook de wildgroei van kappers wordt in de brief genoemd. genoemd. Christian Alderliesten (PA): ‘Er zijn in Altena ruim 120 kappersbedrijven ingeschreven. Hiervan zijn er zo’n 25 gevestigd in een detailhandelspand.’ De brief stelt dat het ‘aantal kappers per inwoner’ in Altena 42% boven het landelijk gemiddelde ligt en stijgende is.’
Aangenomen motie
In 2010 legde de belangenorganisatie contact met de voormalige gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem over een werkbare oplossing. Alderliesten: ‘Hoewel het probleem erkend wordt, heeft dit nog altijd niet tot oplossingen geleid. De gemeenteraad van de voormalige gemeente Werkendam heeft hiertoe wel een motie aangenomen, maar ook deze heeft geen uitwerking gehad in het huidige beleid.’
Progressief Altena onderschrijft, met de briefschrijvers, de noodzaak om te komen tot een duidelijk en werkbaar vestigingsbeleid voor (thuis)kappers. ‘Wij zien hiervoor argumenten in de ambitie om het voorzieningenniveau in de kernen, in vitale winkelgebieden, op peil te houden. Zo wordt mede een bijdrage geleverd aan de leefbaarheid in de dorpen.’
De fractievoorzitter benadrukt dat het per se niet de bedoeling het aantal gevestigde thuiskappers te verminderen, maar wel de partij beleid maken om nieuwvestiging en uitbreiding te kunnen sturen.
Wordt dus vervolgd.